Opinie: “Demonstreren tegen armoede”

Als ik dit schrijf, heb ik net een artikeltje door zitten lezen over een manifestatie tegen de armoede op het eiland. Ik houd niet van drukte en ook niet van hard roepen. Verandering begint immers heel vaak bij jezelf en roepen wat anderen moeten doen past daar niet bij.

Aan de andere kant voel ik me toch verplicht om aanwezig te zijn. Aanwezig om me te laten zien, zodat de beleidsmakers kunnen zien dat de roep om iets aan de situatie te doen breed wordt gedragen in de samenleving, ook door hen die er zelf niet direct last van hebben.

Over die beleidsmakers valt ook nog wel iets te melden. In het eerder genoemde artikel lees ik dat alle ambtenaren vrij zijn om te gaan demonstreren. Goed nieuws want zij zijn de grootste werkgevers op het eiland.

De ambtenaren van het Openbaar Lichaam zijn niet verantwoordelijk voor dit deel van het beleid, die ligt in het verre Nederland. Ook alle plaatselijke politieke partijen geven aan dat er op het gebied van armoede nu echt iets moet gaan veranderen.

Wanneer hun collega ambtenaren van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) besluiten te demonstreren, zouden zij er goed aan doen om te beseffen dat het uitblijvende armoede beleid iets is dat afkomstig is van hun eigen werkgever. RCN is de vooruitgeschoven post van de verschillende ministeries op de drie BES-eilanden. Iets waarvan men zich kan afvragen in hoeverre dat nodig is, als je ziet hoe vaak er door de ministers, staatssecretarissen en andere hoge ambtenaren deze kant op wordt gevlogen.

Maar dat terzijde. Wat ze hier komen doen (of niet komen doen) is veel belangrijker. Laatst zag ik boven een ander artikel (dossier Koninkrijksrelaties) een foto van minister Schouten, samen met een jong Bonairiaans meisje. Als ik een vertaling zou moeten maken van haar gezichtje dan zou ik zeggen: “Waarom moet ik met die grote blanke mevrouw op de foto?” Ik vind dat het kind angstig kijkt, maar dat is natuurlijk geen waarheid maar mijn persoonlijke indruk en waarschijnlijk denken kinderen van die leeftijd nog niet aan huidskleur.

Of misschien voelt het kind iets dat ik en vele anderen ook al vermoeden: “Het wordt niets met dat armoedebeleid.” Een ding is zeker, het meisje op de foto kijkt niet blij en dat zou al genoeg reden moeten zijn om te gaan demonstreren.

Ingmar Vlottes